In de stilste uren van de nacht zit ik naast jou. Sinds de voorbije middag lig je dank zij de inzet van talloze mensen, weer in je eigen bed. Langs een indrukwekkende erehaag werd je voor de laatste keer de ziekenhuisgang doorgereden. Hun dappere held ging naar huis om daar omringd te worden door al wie haar zo graag ziet.
Mijn lieve mooie ongelooflijke dochter, wat hou ik van jou. Ik kijk en mijn ogen slorpen je op. Elk detail probeer ik in mijn hoofd te prenten. Ik ben zo bang om te vergeten hoe je rook, om niet meer te weten hoe je voelde, om koortsachtig mij af te vragen hoe je klonk.
Ik zit naast jou en neem je zoekende hand. Ik vang je ogen met mijn blik en omhels je met mijn liefde. Wat is dit moeilijk. De tijd tikt ongenadig verder en laat steeds minder leven over. Mijn hart verbrokkelt steeds meer. Waken bij je stervende kind is onmenselijk hard.
Mijn lieve knappe ongelooflijk dappere meisje, wat hou ik van jou.