Een tintelend gevoel bij het inlopen van de medicatie en de voeding, een temperatuur die flirtte met de 38° en een dochter die zich lamlendig voelde. Het deed alle alarmbellen in mijn hoofd rinkelen. De huid onder de pleister leek ook wat rood. Om tien uur ’s avonds besloot ik om toch maar een hulplijn in te schakelen. Verpleegster A raadde mij aan om de naald er uit te halen en even af te wachten. Steeg de koorts in de loop van de nacht dan moest ik terug bellen. Gelukkig bleef de nacht rustig.
Deze ochtend wou ik herprikken, maar ik twijfelde. De temperatuur was nog steeds iets te hoog en dochterlief lag te klappertanden. De hulplijn werd weer gecontacteerd, de dokter werd geraadpleegd en wat ik al voelde aankomen in mijn kleine teen, klopte. Valiezen werden gepakt, knuffels verzameld en opladers gezocht. Onze kamer in ons buitenverblijf werd al klaar gemaakt.
Aangekomen werden we in strikte isolatie geplaatst. Ach ja, koorts is een symptoom van covid-19 (en van honderden andere infecties) en er werd ook een covid-test afgenomen van onze held. Niet dat iemand denkt dat dit het probleem is, maar protocol is protocol (en bij dit beest neem je maar best geen risico). De zaalarts bekeek de poort en vroeg wat er aan de hand was, vervolgens bestudeerde de chirurg de poort en liet ons het verhaal nog eens vertellen. We zagen hierna een volgende zaalarts die kwam zeggen dat er een echo zou volgen en dat ze bloed nodig hadden voor het labo. Aangezien de poort niet aangeprikt was, werd een vinger aangesproken als bloedleverancier. Drie tubes bloed druppel per druppel vullen, blijkt een echt monikenwerk. En toen startte het wachten…
Een paar uur later wees de echo uit dat er geen abces te bespeuren viel en dat ook bloedstolsels niet te vinden waren. Alleen lag de poort wel een kwartslag gedraaid, maar dat wist ik proefondervindelijk al een paar maanden. In het bloed waren de ontstekingswaarden lichtjes verhoogd, maar er was niets ernstigs te zien. Nog even de poort aanprikken en we zouden naar huis kunnen. Alleen…
De naald liet op zich wachten, lang wachten. Gelukkig was er wel nog eten voorzien, want pas rond half zes konden drie schatten van verpleegsters onze prinses na het prikken en nog een kweek naar het labo te brengen, huiswaarts sturen. Ze voelde zich immers beter, de temperatuur was aanvaardbaar en de poort werkte.
Om half zeven waren we thuis, doodmoe, maar opgelucht. Tot ze om zeven uur in bed lag en ze het weer koud kreeg. Haar temperatuur blijkt toch weer gestegen. Zucht…