Categorie archieven: familie

zestien

Mijn lieve meisje,

Zestien juli, achtentwintig jaar geleden werd ik op deze dag voor het eerst moeke van een prachtige oudste dochter.  Zestien juli, zeven maanden geleden moest ik jou, mijn prachtige jongste dochter voor altijd loslaten. 

De oudste dochter viert haar verjaardag in Spanje bij de abuela van het liefje. Ze geniet, ze beleeft, ze houdt van, ze straalt. En ik gun het haar zo. De voorbije achtentwintig jaar ging haar pad immers niet altijd over rozen. Maar ze staat er toch maar, die dappere oudste dochter van ons.

En toch was vandaag het gemis om de kleine zus weer groot en zaten de tranen soms hoog. Maar het roodborstje zat ook vandaag weer op het paaltje in de tuin, rond de vlinderstruik fladderden drie dagpauwogen en ik voelde jou dicht bij mij. Deze middag maakte ik ook een paar koesterstenen. Binnenkort laat ik ze met jouw groeten op reis vertrekken. Zo reis je hopenlijk verder de wereld rond. Een kleine steen met je giraf, een kleine steen speciaal voor jou.

Ik droom zoveel van jou. Ik mis jou,  Ik hou van jou.

Eerbetoon

Mijn lieve meisje, exact twee weken nadat jij besloot dat het genoeg was geweest, kwamen we samen om jouw leven te vieren met al wie jou zo graag heeft gezien. Bijna vierhonderd mensen, vrienden, familie en hele delegaties uit Villa Rozerood en het kinderziekenhuis kwamen jou een laatste eerbetoon brengen en nog eens een heleboel mensen volgden van thuis uit jouw viering. Er waren teksten van jouw beste vriendinnen, je vroegere hoofdarts, je broer en zussen en van vake en mij. Honderden foto’s gleden over het scherm terwijl de door jou gekozen muziek zich in onze oren nestelde. 

Jouw idee om je talloze knuffels uit te delen ten voordele van Villa Rozerood oogstte bewondering. Zelfs tijdens je laatste weken, toen je reeds besefte dat jouw tijd begon op te raken, bleef je je medemens op de eerste plaats zetten.

Mijn lieve dappere meisje, de pijn, de verslagenheid en het gemis zijn nog steeds ontzettend groot, maar wat ben ik trots op jou. Je deed het maar weer, mensen rondom jou verzamelen en ze beroeren. 

Mijn lieve prinses, mijn kabouter, mijn krokodilletje, mijn knuffelmie en mijn pruts, ik hou zoveel van jou. Ik mis jou.

kerstverdriet

Mijn lieve meisje,

plots was het Kerst. Het feest dat je zo graag vierde, het feest waar je gigantisch naar uitkeek. Jouw kerstcadeau voor je ‘Secret Santa’ stond al weken klaar, maar jij hebt het de dag voor je stierf nog gegeven. Ook jouw eigen cadeau heb je nog gekregen, de droogbloemen staan nu bij je urne. We hebben je moeten beloven om zeker samen te komen en te vieren. Ik kan je vertellen, lieve schat, we hebben gevierd. Met een lach, maar ook met tranen. Het gemis was enorm. De woonkamer leek te groot, jouw kamer te leeg, maar er werd verteld over jou. Je zat in onze harten en in ons hoofd. Jouw naam werd genoemd en jouw filmpjes en foto’s bekeken. En weer verbaasden we ons over de impact die je had op al wie je ontmoette.

Mijn lieve meisje,

Morgen vieren we jouw veel te korte leven en iedereen mag meevieren. Je hield van feestjes en knuffels. Je hield van muziek en warmte. Je hield van de mensen. Je hield van het leven.

Wie graag van op afstand wil meevieren, kan dat via ‘crematoriumsiesegem.livestream’ met de inlogcode TE271223

Mooi

Lieve schat, wat ben je mooi. Zelfs nu nog zweeft een monkellachje rond je lippen. Zelfs nu nog lijkt het alsof je elk moment je ogen zal opslaan en naar je gsm zal vragen. Elk uur van de dag springen we je kamer binnen en nemen we je hand vast of strelen we je haren. We vertellen jou nog verhalen en zeggen wie er naast jou staat.

De voorbije dagen waren zwaar. Zoveel mensen die jou zo graag zagen, kwamen van dichtbij en heel ver weg jou een laatste keer eer bewijzen. De kaarsjeszee groeit aan, attenties worden bij jou gezet. Er wordt gehuild en gelachen. Lieve schat, morgen kan ik je niet meer zoenen, morgen breek ik nog maar eens, morgen voelt zo moeilijk. Mocht morgen maar morgen blijven.

 

stil

Het is stil in de kamer nu alle broers en zussen weer naar huis zijn vertrokken. Enkel vake en ikzelf blijven verslagen achter.

Deze nacht kreeg onze lieve schat plots verschrikkelijke buikpijn. Ze durfde niet meer bewegen, de misselijkheid werd weer erger en ook het ademhalen ging moeizamer. Heel vroeg deze ochtend werden dan al haar artsen opgetrommeld en toen gaf onze dappere held aan dat ze moe was. Ze was op, ze kon niet meer en het hoefde ook niet meer van haar. Ze wou alleen nog slapen, geen gedoe meer aan haar lijf, geen ingrepen, enkel rust. 

Deze namiddag wou ze nog een laatste foto van ons gezin van zes, dan werd ze in slaap gebracht. Eindelijk heeft ze geen pijn meer, eindelijk niet meer misselijk. Terwijl aan de muur de kerstlichtjes hangen en drie kabouters de wacht houden, ligt ze muisstil in bed met haar knuffels stevig in haar armen.

Binnenkort is ons meisje thuis, voor altijd 

moeke

Vandaag is het al  3 maanden geleden dat je ons los liet. Tijdens jouw afscheidsdienst las één van mijn broertjes jouw verhaal voor, een verhaal om bij te glimlachen en te grinniken, een verhaal om instemmend te knikken of verbaasd te zijn om zoveel geluk, een verhaal om nooit te vergeten.

Dertig juli, negenenzeventig jaar geleden, wordt ten huize Clinckaert een meisje geboren. 

Maria ziet het levenslicht als de dochter van Kamiel en Paula. Er volgen nog zes zussen en broers.

Ons moeke vertelde graag over het kattenkwaad dat ze samen met Lieve en Jo uithaalde op weg naar school: suikerbieten, kikkers en sloten bleken een bron van avontuur te zijn.  Haar capriolen op de schommel en de reisjes naar het verre Duitsland werden meermaals opgerakeld.

Naar het voorbeeld van enkele tantes wil Maria het onderwijs instappen. Ze studeert aan de normaalschool en begint les te geven in de meisjesschool van Wieze. Daar leert ze jarenlang de meisjes en ondertussen ook de jongens van haar tweede leerjaar de tafels van vermenigvuldiging aan. Maar wat haar het nauwst aan het hart ligt, zijn de lessen geschiedenis en natuur. Ze kent tientallen bloemen bij naam, herkent vogels aan hun zang en weet ontzettend veel over insecten  en zoogdieren. Ze lijkt een wandelende encyclopedie en wanneer ze toch iets niet weet, zoekt ze het gewoon op in één van haar vele boeken.

Op reis in Zwitserland, in 1970, ontmoet Maria een jongen, Paul. Met een beetje hulp van haar twee ondernemende tantes en een in de sneeuw verloren en teruggevonden ring, bloeit er iets moois. Een dik jaar later trouwen ze. 

En dan komen er kinderen. Maria wordt moeke van een dochter en drie zonen: Ilse, Raf, Johan en Erik. Samen met vake zorgt ze voor een warme en veilige thuis. Na enkele jaren kiest ze ervoor om voltijds voor haar kroost te zorgen. 

Wat is ze trots op ons. Ze geniet van het samen knutselen en liedjes zingen, en leest talloze boekjes voor. Ze stimuleert ons om naar de tekenschool of de muziekacademie te gaan en gaat elke vrijdagavond met ons naar het zwembad. En elke namiddag, wanneer we thuiskomen na school, staat er een vieruurtje klaar.

Maria is meer dan een moeder. Ze is in deze periode actief in het bestuur van de toenmalige KAV en helpt die mee uitbouwen tot een bloeiende vereniging. 

En er is die enorme liefde voor taal. Maria verslindt boeken, zowel in het Nederlands als in het Frans, Duits en Engels. Elk jaar kijkt ze uit naar het Groot Nederlands Dictee van het Davidsfonds waar ze fantastische resultaten behaalde. Haar selecties voor de finale in Brussel zijn een bekroning voor het vele studeren. 

Met de kinderen die het huis uit gaan, wordt de lokroep van het onderwijs groter en ze gaat weer les geven. Ze geniet hier van, ondanks de veranderingen: de smartboards begrijpt ze niet, net zoals dat andere technologische onding, de computer. En de nieuwe eindtermen… tja

Wij worden ouder en ze gaat samen met haar zoetje reizen. De Belgische kust en de ardennen worden geruild voor het buitenland. De eerste grote reis gaat naar de Cévennes in Frankrijk. Om in Rome te raken, overwint ze zelfs haar vliegangst, maar haar hart verliest ze aan de Dolomieten. Maria volgt Italiaanse les om met de hoteleigenaars te kunnen babbelen. Met hun tweetjes genieten mammie en pappie van de overweldigende natuur en tijdens de vele bergwandelingen leert moeke weer heel wat nieuwe planten en dieren kennen.

Ook in haar laatste levensdagen blijft ze verlangen naar deze bergen, haar bergen, en de mooie natuur.

Ondertussen breidt de familie uit en krijgt moeke er twee schoonzonen en een schoondochter bij. Maar ze is vooral de trotse oma van vijf kleinkinderen. Nu kan ze terug alle boekjes voorlezen die ze zo lang geleden ook aan ons al eens heeft voorgelezen. De kleinkinderen worden verwend met haar wortelpuree met balletjes of worst. En waar er vroeger nooit snoep in huis was, moet opa nu zorgen dat ze nooit zonder zoetigheid naar huis of naar school vertrekken. Oma knuselt volop met hen, speelt gezelschapsspelletjes en leert ze piano spelen. Ze vindt het zo jammer dat ze bij de jongste reeds te ziek is om hem nog mee te nemen naar de dolomieten. 

Haar gezondheid gaat achteruit en het verpletterende nieuws komt dat de ziekte van Kahler haar in zijn greep heeft. Ze heeft zich sterk gehouden. Er zijn goede momenten, maar evengoed zijn er dagen waar de pijn overheerst. Ze houdt zich vooal bezig met nog meer lezen, blijft haar Italiaans onderhouden, maakt heel wat kussens in kruissteek, breidt nog  een paar truien voor de kleinkinderen en samen met vake lost ze trouw de kryptopuzzels uit de krant op. 

Op tafel liggen steeds een paar liedjesboeken klaar, maar ze vindt het vreselijk dat ze moet afscheid nemen van haar geliefde piano omdat het spelen te moeilijk wordt.

De vakanties gaan dichter bij huis door. Twee jaar geleden wordt het vijftigjarig huwelijksjubileum gevierd met alle kinderen en kleinkinderen. Maar ook dat wordt de laatste maanden steeds moeilijker. 

Haar wereld wordt heel klein. De pijn overheerst, maar gelukkig is daar haar zoetje Paul die er steeds voor haar is, die niet van haar zijde wijkt, die haar zo graag ziet. Tot op het einde maakt ze zich zorgen over hoe het verder moet met hem. De belofte dat wij een oogje in het zeil zullen houden, brengt haar rust. 

Op woensdag 26 juli sloot ze voorgoed de ogen. Haar leven dat ze zo graag heeft geleefd, heeft zijn slotakkoord bereikt, de laatste strofe is gezongen. 

Dag lieve zoetje, lieve moeke, lieve oma, lieve Maria, je wordt gemist

Moederdag

Moederdag in een ziekenhuiskamer is een beetje vieren met koffiekoeken en een gebakje. Het is je andere kinderen missen en weten dat jij ook gemist wordt. Het is om tien voor acht je telefoon horen rinkelen en je zoon zijn stem horen. Het is ook je eigen moeke niet kunnen opzoeken terwijl de tijd genadenloos weg tikt.

Deze moederdag is een moederdag waarop mijn hart weer een knauw krijgt wanneer ik zie dat mijn kind pijn heeft. Het is ineenkrimpen van machteloosheid, maar het is ook fier zijn op datzelfde kind dat toch weer probeert recht te krabbelen.

Het is een moederdag waarop ik glimlach om de berichtjes en foto’s van het thuisfront. Het is een dag van blij zijn met al die troost-en opbeurende berichtjes.

Het is een moederdag die ik niet wenste, maar toch kreeg, maar het is ook een moederdag waarop ik mijn vier schatten wil laten weten dat ik gelukkig ben dat ik hun moeke mag zijn en blij ben om wat een mooie mensen ze zijn geworden.

Twijfel

Het gaat al een paar weken weer wat minder goed. Onze noodzakelijke, maar oh zo fijne adempauze aan zee werd onderderbroken én afgesloten door 2 (gelukkig korte) ziekenhuisopnames. Ook vorige week brachten we daar nog een lange dag door en met het thuiszorgteam was er in het weekend intensief contact. Als je dan leest dat een leeftijdsgenootje het leven heeft moeten loslaten, verkilt je hart en word je heel stil.  Blijven stilstaan is echter geen optie. De zorg blijft nodig, de aandacht en de liefde blijven oneindig groot, maar de angst is enorm. 

We genieten binnen ons gezin van wat nog kan, maar diep vanbinnen wil ik nog zoveel meer en word ik steeds kwader op dat defecte gen in haar lijf. Eén klein foutje met zo een enorme gevolgen voor haar en bij uitbreiding ons hele gezin. 

Het is bijna Kerst. Vorig jaar ‘vierden’ we met een klein hartje. We kregen een jaar extra cadeau en vieren nu met ons hele gezin en deze herinnering neemt niemand ons meer af …

Leven

Dag op dag een jaar geleden kleurde de dag plots zwarter dan zwart en het donker van de nacht werd nog donkerder. Ons leven stond even stil en de wanhoop was enorm. Het ging zo slecht met onze schat en ze zag zo hard af dat ze aangaf dat het genoeg was geweest. We slikten, namen elkaar vast en gingen samen met haar op weg. Wat echter geen enkele arts verwachtte, gebeurde opnieuw. Haar levenslust won het van de duisternis.

We zijn een jaar later, haar lichaam laat haar steeds meer in de steek, maar wij zijn dankbaar voor de mooie dagen en fijne momenten. Wij zijn blij met wat nog kan en hopen op nog veel meer. We dromen voor onze held geen grote dingen, enkel nog wat extra tijd zodat we elkaar nog wat langer kunnen vasthouden. 

Tulpen

Door de ramen priemt de zon en ze verblindt me. Ik glimlach weemoedig en zoek een streepje schaduw.  Op tafel staat een ruiker vuurrode tulpen de woonkamer op te vrolijken. Boven klinkt een duet van hobo en klarinet. 

Paasvakantie versie 2.0 . De pot kleine chocolade eitjes  werd vandaag al voor de tweede maal aangevuld, iets dat in normale omstandigheden absoluut niet zou gebeurd zijn. (ik ben, tot frustratie van mijn huisgenoten, nogal strikt in het naleven van het moment waarop die dingen mogen gegeten worden) Dochterlief zit aan haar bureau postkaarten te tekenen om al die vrienden die ze mist te verrassen. De postbode maakt overuren.

Daar is de lente, daar is de zon, maar in onze tuin is geen sprietje te zien. De brandnetels zijn verdwenen, wat overblijft is rotsige grond, bruine modder en een paar standvastige metselbijen. Werkmannen kloppen op voldoende afstand van elkaar paaltjes in de grond en even later graaft een eenzame kraanman een enorme put. Wat overblijft zijn de Alpen en een paar plasjes. Wij dromen van een terras, een tuinzetel, een boek en een tuin vol tulpen en lavendel.

Zeven april in een vreemd jaar, een niet zo gewone gewone dag. Een vriendin laat me weten dat het goed gaat met haar zoon en ik glimlach weemoedig terwijl ik naar een vaas met vuurrode tulpen kijk. 

Ik droom en mijmer en kijk naar de wandelende voorbijgangers en de snelle fietsers in hun blitse pakjes. In ons zo kalme dorpje wordt het steeds wat drukker, maar in ons veilige nest heerst rust. De rode tulpen glanzen in het zonlicht en laten me denken aan diegene van wie ik ze kreeg. Samen met wat kaartjes (zei ik al niet iets van de postbode en zijn werkdruk?) laten ze zien dat we niet alleen zijn tijdens die vreemde paasvakantie van het jaar twintig.