Categorie archieven: Dood

maand

Mijn lieve meisje,

Het was zestien december toen het donkerste donker ons overviel. Nu zijn we zestien januari. Een hele maand zonder jou. Eenendertig lang dagen met tranen en rauw verdriet, met gemis en pijn. De leegte probeerden we op te vullen met soms eindeloze wandelingen in de sneeuw en de regen, onder een strakblauwe hemel en dwars door het water en de modder. Maar er werd over jou gepraat.  Vaak zaten de tranen hoog, maar er werd ook geglimlacht en ook wel eens echt gelachen om jouw stoten. Vrienden kwamen langs om hun hart en hun schouder aan te bieden. De leegte die je achterliet, is echter immens. Niet enkel het huis is leeg, maar ook de tijd is leeg. En tegelijk ben je nog overal. Alles ademt jouw naam. 

Mijn lieve meisje, een hele maand zonder jou. Wat word je mist.  Wat hou ik van jou.

 

 

Eerbetoon

Mijn lieve meisje, exact twee weken nadat jij besloot dat het genoeg was geweest, kwamen we samen om jouw leven te vieren met al wie jou zo graag heeft gezien. Bijna vierhonderd mensen, vrienden, familie en hele delegaties uit Villa Rozerood en het kinderziekenhuis kwamen jou een laatste eerbetoon brengen en nog eens een heleboel mensen volgden van thuis uit jouw viering. Er waren teksten van jouw beste vriendinnen, je vroegere hoofdarts, je broer en zussen en van vake en mij. Honderden foto’s gleden over het scherm terwijl de door jou gekozen muziek zich in onze oren nestelde. 

Jouw idee om je talloze knuffels uit te delen ten voordele van Villa Rozerood oogstte bewondering. Zelfs tijdens je laatste weken, toen je reeds besefte dat jouw tijd begon op te raken, bleef je je medemens op de eerste plaats zetten.

Mijn lieve dappere meisje, de pijn, de verslagenheid en het gemis zijn nog steeds ontzettend groot, maar wat ben ik trots op jou. Je deed het maar weer, mensen rondom jou verzamelen en ze beroeren. 

Mijn lieve prinses, mijn kabouter, mijn krokodilletje, mijn knuffelmie en mijn pruts, ik hou zoveel van jou. Ik mis jou.

loslaten

Dit is het moeilijkste bericht dat ik ooit al heb moeten schrijven. Onze dappere Elselien, onze grote held heeft deze nacht om half 12 het leven losgelaten terwijl ze omringd was door wie haar zo graag zag. 

Vaarwel mijn lieve meisje, vergeten zullen we nooit. Je liet bij iedereen die je kende een onuitwisbare indruk na, of zoals iemand het zo mooi verwoordde, je was iemand die onder je vel kroop en daar nog 100 jaar zal blijven zitten.

Mijn lieve schat, elke minuut brengt je verder weg van ons. Ik zie je zo graag, ik mis je zo hard, ik breek

moeke

Vandaag is het al  3 maanden geleden dat je ons los liet. Tijdens jouw afscheidsdienst las één van mijn broertjes jouw verhaal voor, een verhaal om bij te glimlachen en te grinniken, een verhaal om instemmend te knikken of verbaasd te zijn om zoveel geluk, een verhaal om nooit te vergeten.

Dertig juli, negenenzeventig jaar geleden, wordt ten huize Clinckaert een meisje geboren. 

Maria ziet het levenslicht als de dochter van Kamiel en Paula. Er volgen nog zes zussen en broers.

Ons moeke vertelde graag over het kattenkwaad dat ze samen met Lieve en Jo uithaalde op weg naar school: suikerbieten, kikkers en sloten bleken een bron van avontuur te zijn.  Haar capriolen op de schommel en de reisjes naar het verre Duitsland werden meermaals opgerakeld.

Naar het voorbeeld van enkele tantes wil Maria het onderwijs instappen. Ze studeert aan de normaalschool en begint les te geven in de meisjesschool van Wieze. Daar leert ze jarenlang de meisjes en ondertussen ook de jongens van haar tweede leerjaar de tafels van vermenigvuldiging aan. Maar wat haar het nauwst aan het hart ligt, zijn de lessen geschiedenis en natuur. Ze kent tientallen bloemen bij naam, herkent vogels aan hun zang en weet ontzettend veel over insecten  en zoogdieren. Ze lijkt een wandelende encyclopedie en wanneer ze toch iets niet weet, zoekt ze het gewoon op in één van haar vele boeken.

Op reis in Zwitserland, in 1970, ontmoet Maria een jongen, Paul. Met een beetje hulp van haar twee ondernemende tantes en een in de sneeuw verloren en teruggevonden ring, bloeit er iets moois. Een dik jaar later trouwen ze. 

En dan komen er kinderen. Maria wordt moeke van een dochter en drie zonen: Ilse, Raf, Johan en Erik. Samen met vake zorgt ze voor een warme en veilige thuis. Na enkele jaren kiest ze ervoor om voltijds voor haar kroost te zorgen. 

Wat is ze trots op ons. Ze geniet van het samen knutselen en liedjes zingen, en leest talloze boekjes voor. Ze stimuleert ons om naar de tekenschool of de muziekacademie te gaan en gaat elke vrijdagavond met ons naar het zwembad. En elke namiddag, wanneer we thuiskomen na school, staat er een vieruurtje klaar.

Maria is meer dan een moeder. Ze is in deze periode actief in het bestuur van de toenmalige KAV en helpt die mee uitbouwen tot een bloeiende vereniging. 

En er is die enorme liefde voor taal. Maria verslindt boeken, zowel in het Nederlands als in het Frans, Duits en Engels. Elk jaar kijkt ze uit naar het Groot Nederlands Dictee van het Davidsfonds waar ze fantastische resultaten behaalde. Haar selecties voor de finale in Brussel zijn een bekroning voor het vele studeren. 

Met de kinderen die het huis uit gaan, wordt de lokroep van het onderwijs groter en ze gaat weer les geven. Ze geniet hier van, ondanks de veranderingen: de smartboards begrijpt ze niet, net zoals dat andere technologische onding, de computer. En de nieuwe eindtermen… tja

Wij worden ouder en ze gaat samen met haar zoetje reizen. De Belgische kust en de ardennen worden geruild voor het buitenland. De eerste grote reis gaat naar de Cévennes in Frankrijk. Om in Rome te raken, overwint ze zelfs haar vliegangst, maar haar hart verliest ze aan de Dolomieten. Maria volgt Italiaanse les om met de hoteleigenaars te kunnen babbelen. Met hun tweetjes genieten mammie en pappie van de overweldigende natuur en tijdens de vele bergwandelingen leert moeke weer heel wat nieuwe planten en dieren kennen.

Ook in haar laatste levensdagen blijft ze verlangen naar deze bergen, haar bergen, en de mooie natuur.

Ondertussen breidt de familie uit en krijgt moeke er twee schoonzonen en een schoondochter bij. Maar ze is vooral de trotse oma van vijf kleinkinderen. Nu kan ze terug alle boekjes voorlezen die ze zo lang geleden ook aan ons al eens heeft voorgelezen. De kleinkinderen worden verwend met haar wortelpuree met balletjes of worst. En waar er vroeger nooit snoep in huis was, moet opa nu zorgen dat ze nooit zonder zoetigheid naar huis of naar school vertrekken. Oma knuselt volop met hen, speelt gezelschapsspelletjes en leert ze piano spelen. Ze vindt het zo jammer dat ze bij de jongste reeds te ziek is om hem nog mee te nemen naar de dolomieten. 

Haar gezondheid gaat achteruit en het verpletterende nieuws komt dat de ziekte van Kahler haar in zijn greep heeft. Ze heeft zich sterk gehouden. Er zijn goede momenten, maar evengoed zijn er dagen waar de pijn overheerst. Ze houdt zich vooal bezig met nog meer lezen, blijft haar Italiaans onderhouden, maakt heel wat kussens in kruissteek, breidt nog  een paar truien voor de kleinkinderen en samen met vake lost ze trouw de kryptopuzzels uit de krant op. 

Op tafel liggen steeds een paar liedjesboeken klaar, maar ze vindt het vreselijk dat ze moet afscheid nemen van haar geliefde piano omdat het spelen te moeilijk wordt.

De vakanties gaan dichter bij huis door. Twee jaar geleden wordt het vijftigjarig huwelijksjubileum gevierd met alle kinderen en kleinkinderen. Maar ook dat wordt de laatste maanden steeds moeilijker. 

Haar wereld wordt heel klein. De pijn overheerst, maar gelukkig is daar haar zoetje Paul die er steeds voor haar is, die niet van haar zijde wijkt, die haar zo graag ziet. Tot op het einde maakt ze zich zorgen over hoe het verder moet met hem. De belofte dat wij een oogje in het zeil zullen houden, brengt haar rust. 

Op woensdag 26 juli sloot ze voorgoed de ogen. Haar leven dat ze zo graag heeft geleefd, heeft zijn slotakkoord bereikt, de laatste strofe is gezongen. 

Dag lieve zoetje, lieve moeke, lieve oma, lieve Maria, je wordt gemist

Column

Ik las vandaag een krant van één van de voorbije dagen en kwam toen een column van Julie Cafmeyer tegen. Hij liet me even stilstaan en pakte me naar de keel. Hij ging over perfectie en weemoed, over vasrhouden en eeuwig duren. De schrijfster vertelt over de podcast die ze op dat moment beluister. Hij gaat over een interview met een Franse regisseur die ontzettend hield van het leven, maar weet dat ze binnenkort zal sterven.

De schrijfster besluit dan met een ongelooflijk mooie bedenking: Misschien kan je alleen intens van het leven houden als je bereid bent om er elke dag afscheid van te nemen. Misschien is dat omgaan met schoonheid, met de eindigheid. Er vrede mee nemen dat je elke dag een klein beetje sterft.

Ik wil haar bedenking graag nog wat verder aanvullen. Omgaan met de schoonheid van het leven is beseffen dat alles eindig is en je niets kan blijven vasthouden behalve je herinneringen aan die liefde voor het leven.

Leven

Kinderen horen niet te sterven. Kinderen moeten gewoon naar school gaan, spelen met vriendjes, uitgaan met vriendinnen, de schaatsbaan bezoeken of een filmpje meepikken. Kinderen horen niet in ziekenhuizen thuis, kinderen horen geen pijn te hebben, kinderen horen niet over de dood te denken. 

Mama’s en papa’s horen geen afscheid voor altijd te nemen van hun kind. Ouders horen hun kind niet te moeten loslaten en nooit meer te kunnen omarmen. Mama’s en papa’s horen niet te moeten nadenken over urnen of grafstenen en ook niet over teksten en liedjes. Ze horen geen afspraken te hebben met palliatieve teams of begrafenisondernemers. Ouders horen gewoon te genieten van hun kind, boos te worden wanneer het iets mispeutert, blij te zijn met een nieuwjaarsbrief, gelukkig met een zomaarknuffel en een snottebelzoen.

Wanneer je kinderen krijgt, droom je ze een toekomst, je fantaseert en verzint en past gaandeweg de toekomst aan. Maar soms gebeurt het ondenkbare en maken ouders mee wat geen enkele ouder zich wil voorstellen.

Soms is het leven keihard, soms is het leven geen leven meer, soms volgt veel te snel een eeuwig afscheid en resten enkel nog herinneringen.

Eenhoorn

Spring,  dappere eenhoorn, spring en ren de regenboog tegemoet. Galoppeer over bloemen en laat je herinneringen achter. Vlieg de wolken achterna en vertel de zon hoeveel we van je houden. Dartel en zweef  tussen de sterren en laat je zachte licht stralen zodat je mama, papa en broer de weg kunnen vinden.

Lieve Tinne, lang geleden leerde ik jou, je stoere broer en je ouders kennen. Wat bewonderde ik jullie. Je hield zo van het leven, net zoals onze held droomde je van Mega Mindy, hield je van sprookjes en eenhoorns en knutselde je zo graag. Jullie wisselden tekeningen uit en genoten van elkaars aanwezigheid. Deze ochtend las ik dat je heel zachtjes voor altijd afscheid had genomen van deze wereld.

Dag Tinne, dag dappere eenhoorn, het ga je goed op je reis door de ruimte…