Pleister

Onze held heeft pijn. Ze staat er mee op en gaat er mee slapen. Ze wordt er wakker van. Ze kan er niet door zitten. De pijn is er nu altijd. Pijn in haar benen, haar billen, haar buik. Zeurende pijn, stekende pijn, pijn waardoor je niet durft bewegen, pijn die je moe maakt. 

De chemo en de pijnstilling worden opgedreven. In de plaats van de zware pijnstilling die haar aders indrupte, krijgt ze nu pleisters die we langzaam opbouwen. We stellen al onze hoop in een heel klein plakkertje in combinatie met extra paracetamol via het infuus, maar we zijn er nog niet. Nog steeds durft die onzichtbare maar heel voelbare reisgenoot het voortouw te nemen. 

In het ziekenhuis overlegden deze week vier artsen, drie verpleegkundigen, een psychologe en een mama hoe het nu verder moet. De toekomst ziet er niet rooskleurig uit, maar iedereen blijft zo hard zijn best doen om iets te vinden dat die dappere prinses kan helpen.

Tussen de hevige pijn door wanneer het draaglijk is, zien we toch nog steeds een lachende meid die probeert lego te bouwen (de ‘Weg-is-weg’ van Harry Potter staat hier nu ook te blinken) en samen met grote grote zus op de switch speelt.  Een tiental seizoenen van inspecteur Barnaby in Midsommer passeerden hier de revue en nu is er tot grote blijdschap van de drie zussen ook Disney+. 

Toch blijft het moeilijk. Zien dat je kind pijn heeft en zo weinig kunnen doen, laat je je machteloos voelen. Gelukkig vind je dan plots in je brievenbus een lief kaartje met een klein doosje om je weer wat ademkracht te geven.

Niets

Een hele week geniet ik al van niets: niets moet, niets doen kan, niets ondernemen, gewoon niets. We keken er zo naar uit en gelukkig is het met één dag vertraging gelukt. Acht dagen lang mogen we Villa Rozerood onze thuis noemen. Zowel dochterlief als ikzelf worden in de watten gelegd. Echt alle zorg wordt mij uit handen genomen zodat ik tijd heb om de rust te zoeken en heel langzaam aan vind ik terug de slaap, kan ik weer rustiger ademen en klopt mijn hart weer zachter en regelmatiger. 

Rust, ook onze prinses heeft er nood aan. Ze ziet er nochtans echt goed uit en ze zit weer vol levenslust en toch… de uren in haar stoel worden steeds minder, het bed is nu haar vaste verblijfplaats, de pijn is nog altijd niet helemaal onder controle, haar temperatuur zit opnieuw veel te dicht bij de koortsdrempel. Maar ze geniet van wat nog kan: een korte wandeling, een wafel gaan eten, een spel spelen met wie in de buurt is of een stukje in haar boek lezen.

En ik, ik lees. De boekenverslinder die al meer dan veertig jaar in mij huist, zocht zich een weg naar boven en laat zich helemaal gaan. Ongegeneerd laat ik mij in de zetel zakken en ik verdwijn in een parallelle wereld en geniet.