Voor altijd

Mijn lieve meisje,

Vandaag is het jouw dag. De dag van het jaar waar iedereen die nog jong is zo hard naar toe leeft, de dag waarop je jarig bent. Vorig jaar vierden we nog heel hard jouw eenentwintigste verjaardag in Villa Rozerood. Je werd toen bedolven onder de pakjes en de lieve wensen en de kaarsjes op een enorme taart werden door jou enthousiast en glunderend uitgeblazen. We wisten niet dat het jouw laatste verjaardag was.

Vandaag vierden we geen verjaardag en toch was er een feest voor jou. Een feest met mensen die jou heel graag zien, een feest met taart en snoep. Een feest met heel veel kaarsjes. Vandaag was het jouw ‘voor-altijd-eenentwintig-feest’ 

Het samenzijn met zoveel mensen voelde vreemd en goed tegelijk. Er werd gespeeld en gelachen, gebabbeld en herinneringen opgehaald. Er werden toekomstplannen gemaakt en afspraken geregeld. Er werd geleefd zoal jij ook leefde, met volle goesting en veel genieten.

Mijn lieve schat, ik wou nog zoveel verjaardagen vieren met jou, ik had je zo graag nog eens wakker gezongen met verjaardagsliedjes. De vlagjes bleven dit jaar in doos zitten. Ach mijn meisje, je had er bij moeten zijn, maar de hoofdpersoon ontbrak. Je werd gemist, nog meer dan op andere dagen, maar je wordt ook nog steeds zo graag gezien, door mij, door vake, door je (schoon)zussen en (schoon)broers, de oma en opa, de tantes en nonkels, neefjes en nicht en je vele vele vrienden. 

Mijn lieve schat, waar je ook bent, dit blijft jouw dag, een dag die we niet vergeten, een dag om in te kaderen. Dikke kus voor mijn voor-altijd-eenentwintigjarige lieve schat.

jongetje van 9

Mijn lieve meisje,

 

Ooit was jij negen, net zoals vandaag dat jongetje op het strand. Nu eens liep hij voor mij, dan slenterde hij achter mij aan terwijl hij met zijn gevonden stok sporen trok in het zand. Hij stond stil op de golfbreker, zijn lange blonde haren waaiden door de felle wind steeds in zijn gezicht. Ik vond een schelp die hij nog niet kende en nieuwschierig hing hij met zijn neus boven het muiltje. Een rugschild van een inktvis bleek ideaal om de letters van zijn naam in te kerven. Later liepen we door het bos. Hij sprong van steen naar steen en van boomstronk naar boomstronk. De zon scheen gefilterd op zijn gezicht en een bont zandoogje ving zijn aandacht. Dat hij nu al drie vlinders bij naam kent, maakte hem trots. Hij wil evenveel weten als jij wist. Hij wil even dapper en sterk als jou zijn. Maar ik weet nu al, hij leeft even graag als jij dat deed en dat is het belangrijkste. Een jongetje van negen vol bewondering voor het leven en ik zie dat meisje van negen terug.  Ik glimlach en slik en de traan in mijn oog komt niet door de wind

Mijn lieve meisje, dat jongetje van negen laat mij zien dat het leven nog steeds mooi is, ook al mis ik je elke dag, nog steeds een beetje meer. Ik hou nog steeds zoveel van jou.